Het was een zeer geslaagd feestje en de verrassing, waar ik niets over mag zeggen, was haar grootste en mooiste verjaardagscadeau, ever. Zo mooi, dat ik als moeder minstens zoveel zenuwen had als de overige samenzweerders met wie ik nagelbijtend het moment van de onthulling van haar cadeau had afgewacht. En zenuwen zijn niet goed, vooral niet als ze bezworen worden met een paar borrels. Je gaat iets missen, zeg maar.
Halverwege de feestavond kreeg ik een waas van nonchalance over me heen toen de rokers steeds frequenter naar buiten vlogen. Vrolijke lachsalvo’s uit de tuin en de grote opluchting dat de verrassing goed had uitgepakt, werd collectief de lucht in geblazen. Bij de zoveelste smoke-sessie kon ik het niet meer houden en stond op.
‘Ik wil ook,’ drensde ik maar bij de tuindeur werd ik tegengehouden door een cordon rokers, op zich heel bijzonder omdat het allemaal jong spul is. Eigenlijk had ik me door de meute moeten wringen, op een zeepkistje moeten springen en een antirook pleidooi moeten houden voor deze jongeren die nog niet reddeloos verloren zijn en alle kansen hebben om het roken voorgoed uit te bannen. Ik zou dan naar mezelf wijzen en naar mijn verslaving die nog steeds door een dun draadje met mijn neuronen verbonden is.
Ik ging weer zitten bij twee medestanders die nog nooit gerookt hebben. Op mijn vraag waarom niet, was het antwoord helder en simpel. Omdat ze het vies vinden en nooit de behoefte hebben gehad. En daar zit em de crux. Hoe stoer gestopte rokers ook zijn, en sommigen zelfs al hun halve leven, ooit waren het verstokte rokers die een behoefte hadden gekweekt, gewoonweg omdat ze het lekker vonden.
De volgende dag voelde ik me brakjes door drank en slaaptekort, maar ik kon vrij ademen en de hoestjes die hier en daar opdoken klonken me vertrouwd in de oren. Ik zwiepte mijn benen uit bed, opende het gordijn en zag de uitgedoofde puinhoop van de nacht ervoor. Acuut kreeg ik de smaakherinnering van een hele asbak in mijn mond.
Ik had de test doorstaan.
Niet glansrijk want de confrontatie met mijn zwakke moment zeurde na in mijn hoofd. Stel dat ik een trekje had genomen? Of er een had gerookt? Wat dan?
Dan was ik weer op weg naar die verstokte roker, zonder enig probleem. Maar wel met de nodige schaamte want was ik niet het goede voorbeeld?
For the record: 2 maanden rookvrij, op de kop af.