Ik beschouw mezelf als een ex-roker. Ex klinkt best negatief, vind ik. Zoals bij ex-verslaafde, ex-alcoholist of ex-veroordeelde. Overal waar ex voor staat, betekent dit: exit een hele slechte gewoonte. Behalve dan misschien bij ex-man of -vrouw, dat meer nuances kent en waaruit niet direct blijkt dat de relatie altijd slecht is geweest.
Vooralsnog antwoord ik op rookgerelateerde vragen: ‘Nee, ik rook niet meer’ of ‘Nee, ik ben gestopt’. En heel soms zeg ik, en dat is voornamelijk tegen vreemden die een sigaretje aanbieden, ‘Nee, dank u, ik rook niet’. Waarbij ik de toevoeging ‘meer’ soms toch over mijn tong laat slippen. Waarom doe ik dit? En waarom doen alle ex-rokers er zo spastisch over en willen ze zo eerlijk mogelijk antwoorden? Schuldgevoel? Eigenlijk moet je na je laatste sigaret kunnen zeggen: ‘Ik rook niet’. Punt. Maar niemand doet dat, zeker niet in het begin omdat je opmerkingen en vragen over je ex-rookgedrag kunt verwachten.
Jezelf een ex-roker noemen, zou een positieve uitwerking moeten hebben op je omgeving. Maar het betekent tevens dat je je leven gebeterd hebt en niet meer mee doet aan die smerige gewoonte. En daar heb ik moeite mee. Alsof je jarenlang het goorste en ongezondste mens op aarde bent geweest. Maar tijdens al die jaren ben je wel bevreeën, omarmd, gezoend, besnuffeld, gekoesterd en beliefd. Ik bedoel maar.
Ik ben een niet-roker klinkt misschien te prematuur maar het voelt wel een stuk vriendelijker. Iets voor later, als je echt bewezen hebt dat je gestopt bent? Ook een beetje raar, want wanneer is dat? Kom ik later op terug. Want door jezelf in aanvang een ex-roker te noemen, ben je wel gegarandeerd van positieve feedback, die tijdens je barre ontwenning een fijne ondersteuning kan zijn in de vorm van pluimen, enthousiaste aanmoedigingen en opgestoken duimen.
For the record: dit is mijn vierde week van onthouding. Ik ex me een ongeluk.