Elk jaar trap ik er weer in. Zo’n mooie rode kerstster hoort toch echt bij de donkere dagen rondom kerst. Afgelopen jaar kocht ik een hele grote en liet de ministerretjes staan. Ik gaf hem water, heel zuinig, net als bij de witbloemige orchideeën die parmantig tegenover hem staan. Ik bleef mijn ster verzorgen en tot ver na de kerst behield hij zijn volle bloei totdat hij op een onbewaakt moment al zijn rode bladeren liet vallen. Treurig.
Ik was al heel blij dat hij niet meteen na Kerstmis de geest had gegeven. Het was intussen eind februari, hij had het best lang bij ons uitgehouden. Bijna wilde ik hem op de GFT- berg eervol begraven, toen ik iets ontdekte wat leek op nieuw leven. Hij had nog slechts een paar grote bladeren aan de takken hangen, waarvan ik dacht dat ze de meest hardnekkige waren. Ik keek nog eens goed en jawel, ze waren er toch echt! Miniknopjes, kabouterblaadjes met rode steeltjes, het zat er allemaal aan.
Verrukt ontdeed ik de aarde van de verdroogde blaadjes, gaf hem een beetje water en zette hem terug op zijn beschutte maar zonnige plekje, direct achter het raam. Ook mijn witte schoonheden staan in datzelfde hoekje al minstens vijf jaar enthousiast te bloeien. Waarschijnlijk is dit het tropischte plekje in huis. Ik heb ze nooit verplaatst en meer dan matig bewateren, hun bloemen uitgebreid bewonderen en de uitgebloeide stelen kortwieken, heb ik nooit gedaan.
Nu geloof ik niet in voorbestemming, maar toch. Dit jaar begon veelbelovend goed. Mijn persoonlijke gewin en overwinning bloeiden al sinds dag een van het nieuwe jaar.
Kerstmis, kerstster, kindje, nieuw leven. Het klinkt zo simpel.