Een drukke periode van verhalen schrijven, redigeren en mijn manuscript uitgeefklaar maken is voorbij. De stilte in mijn leeggeroofde nest (de vrijheid heeft mijn laatste spruit ontvoerd) klinkt hard uit alle kieren en naden van mijn huis.
‘Heerlijk,’ zou ik voorheen gezegd hebben met een zucht. Eindelijk de rust om te lezen, te schrijven en naakt door het huis te dansen – bij wijze van spreken dan. Het valt me moeilijk. Moeilijker dan ik dacht. Ineens is het niet meer zo fijn om de hele dag alleen te zijn. Alleen met jezelf en met je gedachten in je schone en stofvrije huis zonder het chaotische gedwarrel van uitgelaten adolescenten. Ik mis mijn kinderen. Beiden wonen ze in hun geliefde stad. Soms met kleine zorgen, maar meestal laten ze zien dat ze het zelf kunnen oplossen, dat ze wereldburgers zijn en zich thuis voelen op hun eigen plekje. En dat is wat er gebeurt in een huiselijk nest: voorverwarmen totdat het jong zelf de sprong kan wagen, de wijde wereld in.